Het is lastig om meer te ontdekken over je verre voormoeders. Anders dan bij sommige voorvaders is hun leven door de tijd bijna onzichtbaar geworden.
Gebbe Luijtiens leefde rond 1600 in de stad Groningen, net als haar dochter Geertruit. Kleindochter Gebbetien groeide ook op in de drukke stad maar vertrok als domineesvrouw naar een piepklein dorpje in het ingepolderde land. Achterkleindochter Aafje Gramsbergen (geboren 1672) en de drie generaties vrouwen na haar, leefden als boerin op het Groninger platteland.
Van 1706 tot 1837 hebben de vrouwen een band met de Groningse vestingsplaats Nieuweschans. Gebbetien en Epke vertrekken naar Nieuweschans na het overlijden van hun man en de jongste Epke woont er dertig jaar met haar man die hier als zilversmid werkzaam is.
Detail schilderij Thomas Wijck 1640 - 1677, spinnende boerin.