• Teelkelina is geboren 13 december 1816 in Nieuweschans en overleden 20 oktober 1896 in Delfzijl
• Ze is de dochter van Epke Jans Onnes 1787-1845 en Cornelius Roggenkamp 1776-1830
• Teelkelina trouwt met Jan Jacobs Borst geboren 19 september 1808 Delfzijl, overleden 22 december 1860 in Delfzijl
• Ze krijgen samen vier kinderen: Cornelius 1848-1856, Jan Adriaan 1852-1859, Jantje 1855-1897 en Cornelius 1857-1932

Jeugd

Teelkelina groeit op met een zus en twee broers. Ze wonen in de zilversmederij annex garenfabriek op de Voorstraat 6-7 in Nieuweschans, een ruim huis met een grote tuin. Haar broer Jan Cornelius wordt net als zijn vader goud- en zilversmid.

Teelkelina is veertien als haar vader in 1830 overlijdt. In familieaantekeningen staat: 'Na den dood van den vader vertrokken 1 mei 1831 de zoon Jan en de dochters Jantje en Helena naar Appingedam op begeerte van den vader, geuit op zijn sterfbed, ten einde daar zich als goudsmid te vestigen.' Moeder Epke woont in 1835 nog in Nieuweschans maar vertrekt later met Teelkelina ook naar Appingedam. Ze betrekken per 1 mei 1837 de bovenwoning van een in 1836 gekocht huis. 

Broers, zussen en moeder

In 1835 trouwt zus Jantje met Jan Jacobs Borst, houthandelaar en later burgemeester van Delfzijl.

In 1838 trouwt broer Jan Cornelius.

In 1843 trouwt zus Helena.

In 1845 overlijdt haar moeder Epke in haar toenmalige woonplaats Appingedam. Een jaar later overlijdt haar zus Jantje op 34-jarige leeftijd in het kraambed, na de bevalling van haar vijfde kind. 

In 1846 trouwt broer Ellerius. 

Huwelijk

Op 16 juli 1847 trouwt de 30-jarige Teelkelina met haar zwager en weduwnaar Jan Jacobs Borst. Ze woont dan al Delfzijl. Misschien had ze al eerder de drie overgebleven kinderen van haar zus onder haar hoede: Jacob (11 jaar), Eppiena (9) en Annechien (6). Haar broers zijn getuige bij het huwelijk. Prettig zal zijn geweest dat broer Ellerius ook in Delfzijl woont. Hij is architect, houthandelaar en reder.

De familie Borst is in die tijd een aanzienlijke handelsfamilie met lijnbanen, boerderijen, houtzagerijen, scheepswerven, een molen en scheepslijndiensten op Engeland. Teelkelina’s man Jan Jacobs is ook een veelzijdig ondernemer. Hij is houthandelaar, touwslager, lid van de Provinciale Staten in Groningen, wethouder en later burgemeester van Delfzijl. In sommige ondernemingen werkt hij samen met Teelkelina’s broer Ellerius Roggenkamp. Zo hebben ze samen een stoomhoutzaagmolen 'de Nijverheid' en werken ze aan de oprichting van de Zeevaartschool in Delfzijl. Jan Jacob is ook lid der staten van Groningen.

Teelkelina en Jan Jacobs krijgen samen kinderen, eerst Cornelius in 1848, Jan in 1852 en dan dochter Jantje in 1855. Bij de geboorte van Jantje in 1855 doet Teelkelina's broer Ellerius aangifte van de geboorte.

Dan volgen er zware tegenslagen. Een half jaar later overlijdt hun oudste kind Cornelius op zevenjarige leeftijd. In die periode heerst er tyfus in Groningen. In 1857 wordt opnieuw een zoon geboren die ze Cornelius noemen. Hij blijft leven maar in 1859 verliezen ze ook nog zoon Jan Adriaan op zevenjarige leeftijd. 

Jan Jacobs begint als wethouder en wordt in 1857 burgemeester van Delfzijl. Op 22 januari 1859 koopt ‘de burgemeester van Delfzijl’ voor  f 7.800,-- twee percelen in de Landstraat, waarin na de zomervakantie de zeevaartschool gehuisvest zal worden. Op 7 augustus 1860 staat Jan Jacob nog vermeld als secretaris van de zeevaartschool. Vier maanden later overlijdt Jan Jacobs Borst, 52 jaar oud. 

Teelkelina is dan pas 44 jaar oud en hun jongste kind is drie. 

In 1880 is ze met haar broer Ellerius bij het huwelijk van haar dochter Jantje in Delfzijl. Een jaar later is het huwelijk van haar zoon Cornelius.

Teelkelina overlijdt in 1896 ze is 79 jaar oud geworden. Teelkelina Hinderika wordt begraven in Delfzijl, naast haar man.

Gelukkig maakt ze net de dood van haar dochter Jantje niet mee, die een paar maanden later overlijdt op 42-jarige leeftijd.

Teelkelina Roggenkamp zal geen armoede hebben gekend want uit familieaantekeningen blijkt dat ze aan dochter Jantje Borst 1855-1897 een bedrag van 17.462 gulden nalaat. Het bedrag dat uiteindelijk bij haar kleindochter terecht komt, is sterk verminderd vanwege twee generaties erfbelasting en een faillissement van een familiebedrijf waarin belegd is.

naar dochter Jantje Borst >>

Delfzijl 1866-1891 Groninger Archieven

Briefhoofd de Nijverheid 1879

Beide foto's van Houthandel Roggenkamp Delfzijl 1890, collectie gemeente Delfzijl