Brief van jongste zoon
Doeke Wijgers Hellema schrijft in mei 1854 in zijn dagboek dat zijn jongste zoon, de 23-jarige Sijtze samen met een andere jongeman voor tien dagen naar Londen afreist. Al na vier dagen ontvangt hij een brief van zijn zoon. De brief is bewaard gebleven en was geadresseerd aan ‘Den Heer D W Hellema, bij Leeuwarden Vriesland’
Londen, den 16 Mei 1854
Mijn Vader, Broeders, Zusters, en betrekking!
Ziedaar den brief uit Londen, die ik thans schrijve, in het Hollandsch Logement, op de vierde verdieping, in het slaapkamerke. En daar ik thans aan u allen en aan Vriesland denke, gelooft alsdan dat ik eerst den diepen en wijde zee moet overvaren [……...]
laat ik u allen nu eens wat vertellen van onze reis en van de groote stad Londen.
Wij stoomden den Zaterdag ten 7 ½ uur van Harlingen en moesten in ’t gezicht van Harlingen, nabij het Eiland Flieland groote schepen vol boter laden en bleven dus ten 8 uur voor anker liggen, tot aan half twaalf uur toe. Om een uur hebben wij met ons 7 a achten met de Kapten aan tafel gegeten, het smaakte mij best. Om half twee uur passeerden wij het nieuwe Diep en de Helder, daar er nog eenige personen uit het schip gingen, en gingen dus de Wijde N Zee in.
Daar het heerlijk weer was, ging ik meestal wandelen, of op eene bank zitten boven op het schip, of eens een gesprek houden met de een of ander daar wij gansch zeer pleizierig volk aan boord hadden. Om zes uur des avonds werden wij weder geroepen te eten, en gingen ten 10 uure te bed. Zondag morgen 6 uur werd ik geroepen.
O ik hadde zoo best geslapen en woude haast niets beters uit het bed, dan bij u. Men konde aan onze regter zijden de Engelsche kusten zien. Om negen ½ uur waren wij in de Rievier de Theems, en konden aan beide zijden, nog in en de verte land zien, de Rivier was vol schepen, en leverde een heerlijk gezigt op, en daar de Rievier naauwer begon te worden, zoo leverde dit mij het heerlijkste gezigt op dat ik nog van mijn leven gezien heb; ik zag de heerlijke bergachtige landgezichten zoo als niemand uwer (die deze brief leest) zich verbeelden kan: om half twee uure waren wij te Londen aan wal, en nu kan ik u met waarheid zeggen, dat ik nooit gedagt hadde dat de zee zulk een pleizierig leven opleverde.
Wij zijn Themes tunnel, nog zondag avond doorgegaan. Dit heerlijke kunstwerk is met 110 steile trappen in de grond neer, en is van binnen geheel met bogen gemaakt en door gaz verlicht tusschen iedere boog is eene winkel, alwaar men van alles kan kopen. Ook hebben wij de St. Paul Kerk bezien, deze wordt genoemd de grootste Kerk der wereld. De [Visch?] markt is zeer groot , er waren gister vele beesten aan de markt en weinig kooplieden. De koeijen waren meest geheel rood of ook wel geheel zwart; en gene horens op de kop en veel groter en zwaarder dan bij ons. Gister maakten wij met ons zevenen een reisje met de spoortrein naar […]wijk en hebben ook (roep Joh. eventjes) kunstkabinet van gewassene beelden bezien, en ik heb zelve in N Polion, zijne wagens gezeten die hij in Rusland en Waterloo gebruikt heeft. En vandaag hebben wij de Touwer en het Glazen Paleis bezien, dit is nagenoeg 700 (van mijn treden) lang, en in 160 breed, dat is nog het mooiste wat ik in Londen gezien hebben. Wij reden met de spoortrein tot nagenoeg buiten Londen en moesten nog een groot half uur loopen eer wij aan het Paleis kwamen, deze wandeling was gansch mooi, men zag beplante en bebouwde bergen, die wij ook zelve veel zijn overgegaan. Ons geheel gezelschap zeide dat wij niet aan de Hollanders konden vertellen, al het schone en heerlijke dat hier in Engeland te zien is! De huizen zijn hier meest alle tot 4-5 en 6 verdiepingen en de grote drukte van wagens en rijtuigen is onbeschrijfelijk.
De Londen Brug over de Rivier is bijna niet te passeren vanwege de grote menigte rijtuigen. Het is hier zeer merkwaardig, hetwelk ik U bij welzijn in de volgende week wensch te vertellen. In dit Logement wonen alleen Hollanders, en allen die hier komen zijn Hollanders, wij zijn hier met ons zevenen in gezelschap die mij hier in Engeland als tot Broeder zijn en reizen en bezien alles met malkanderen, dit zijn Hollanders, zeer aardige menschen. Nu zal ik maar sluiten omdat het al zeven uur is, in den avond, en willen ook nog eens wandelen.
De spoortreinen lopen hier in de stad allen boven de huizen en straten, dat zeer wonderlijk is te zien en duizenden 3-mast schepen maakt een heerlijk gezigt op de dokken en op de Rivier en vele stoombooten passeren de Rievier, ook hebbe ik het nieuwe en grootste Engelsche Oorlogsschip gezien, hetwelk in de Rievier gesleept werd, door drie stoomboten. Het is hier alles wonderlijk en niemand uwer kan u er een beeld vormen, wat hier wel in Engeland is te zien.
Zijt van mij gegroet,
S Hellema
Uit haast