Magdeltje kent het predikantenleven goed want haar vader, haar beide grootvaders en twee broers zijn allen predikant geworden. Ze is bijna elf als plotseling haar vader overlijdt. Haar man Hendrik schrijft veel later: 'met welk een eerbied sprak ze van haren, sedert lang overleden vader'.
Magdeltjes moeder vertrekt na vaders overlijden met haar acht kinderen naar Wirdum. Het valt nog niet mee om de kinderen groot te brengen. Magdeltjes staat op enig moment vermeld als 'gepatenteerd naaister'.
Haar toekomstige schoonvader Doeke Wijgers Hellema is blij als zijn zoon met Magdeltje wil trouwen. Ze staat bekend als een ‘deugdzaam en oppassend meisje’.
Op 2 augustus gaat ze met haar moeder Janke Diderika Cloeck en met Doeke Wijgers Hellema per rijtuig op bezoek in Achlum.
Magdeltje en haar man dominee Hendrik Hellema krijgen zeven kinderen, waarvan één kindje op jonge leeftijd overlijdt.
In het Album der Familie-vereeniging Beekhuis schrijft Hendrik enkele pagina's over haar overlijden en ook wat ze voor hem, het gezin en de familie heeft betekend. Hij schetst Magdeltje als een bescheiden, verstandige vrouw die erg op haar familie was gesteld.
Klik hier voor
Magdeltje Beekhuis
Gedoopt eene E.D. van Willem Beekhuis en Janke Diderica Cloeck te Garijp, geboren aldaar d. 24 Maart 1803 genaamd Magdeltje.